Olifanten, Pai en Chiang Rai
29 oktober 2015 - Tambon Wiang, Thailand
Sawasadee!
Op het moment dat we de vorige blog schreven gingen we de volgende dag naar een olifanten sanctuary. Het was in één woord: geweldig!
Het plan was om naar het Elephant Nature Park te gaan. Deze bleek echter vol en zijn we naar het Elphant Jungle Sanctuary gegaan. We werden 8 uur Thaise tijd (8:35) opgehaald door een pick-up taxi waar je in de achterkant met z'n twaalven kan zitten, en als het moet er nog drie buiten op het platform kunnen staan. Iedereen in de taxi ging een overnachting maken. Twee Britse meiden, twee Australische zussen, en hun moeder. Een tof gezelschap wat goed klikte. Het begin van de rit verliep voorspoedig, tot we de bergen in gingen... Helemaal toen we van de bergweg afsloegen en "ten minutes" (40 eerder) over een onverharde weg reden. Ik (Ivo) werd overgehaald om met de gids achterop te gaan staan. Dat bleek een stuk comfortabeler dan binnen. Na die "tien minuten" arriveerden we in een bergdorpje en kregen onze slaapzaal te zien, een hutje op palen, de buitenmuren van bamboe met daarin zeven bedden. Daarna gingen we door de rijstvelden naar de olifanten. Vanaf hier was het uitzicht al prachtig en het werd alleen nog maar beter. Onze spullen zouden later worden gebracht (niet dus...). Aangekomen bij de olifanten hoorden we wat de dag zou worden:
- kennis maken met twee families;
- vrienden maken door ze te voeren;
- lunch;
- met de olifanten zwemmen;
- modderbad (ze zeiden toen nog niet dat het ook een modderbad voor ons was);
- naar een waterval, en 's avonds eten in het dorp.
Het voeren was erg bijzonder en we maakten er inderdaad snel vrienden mee. Eén familie bestond uit 4 volwassen dames en een kleintje. De andere uit 2 volwassen dames en een kleintje van 1 jaar. We stonden midden tussen de olifanten en zodra je eten had kwamen ze naar je toe. Indien ze jouw kant op liepen kon jij maar beter aan de kant gaan. Nadat ook wij lekker hadden geluncht, niet zoveel als de olifanten, gingen we met één familie zwemmen. Nu waren ook de mensen die maar één dag bleven erbij. Doel was om in de rivier de olifanten goed nat te maken. Helaas werden wij net zo nat... En aangezien mijn zwembroek niet was gebracht had ik een lekker natte korte spijkerbroek. Die daarna nog meer te voortduren kreeg. Meteen na het zwemmen gingen we namelijk de modderpoel in. Het was de bedoeling dat wij er ook in moesten. Nadat er een paar dapper erin gingen en/of vielen zat iedereen onder de modder. Bedoeling was om de
olifanten goed onder te smeren. Af en toe spoten de olifanten ons met hun slurf nog viezer dan we al waren. Om weer schoon te worden gingen we weer de rivier in. Dat bleek ook onze douche van die dag.
Toen was het tijd om afscheid te nemen van de dagjesmensen en leerden we onze Thaise gastheer kennen. Hij nam ons mee naar een waterval, een route door de rijstvelden, waar weer gezwommen hebben. 'S avonds hebben we eerst het dorpje leren kennen. Deze lag verspreid op de heuvel. Overal liepen kippen en hanen, stond er her en der een koe en varkens. Ze leefden een paar 100 jaar terug in de tijd. Ze hadden wel allemaal dikke pick ups en sinds 2 hele weken stroom.
Na het bijzonder lekkere diner zijn we samen met een Canadese vrijwilliger en de Australische meiden nog een paar biertjes gaan doen. Wanneer het bier op was kwam het dorpshoofd met nieuw koud bier aan. Top service. Ook kregen we twee flesjes (spa flesje) met lokaal gemaakte rijstwhiskey. Deze ging erin als water. Om 12 uur, wat voelde als 4 uur, gingen we te bed om vanaf half 4 elk half uur wakker te worden van die ellendige klote hanen. Volgens mij deden ze een wedstrijdje wie het hardste kon kraaien.
Om half 8 was iedereen klaar om te ontbijten, beste eieren ooit, en gingen we 's morgens twee olifanten uitlaten en weer eten geven. Een bijzondere ervaring. Na 45 minuten hebben we afscheid genomen van onze nieuwe geslurfde vrienden en zijn we zelf doorgegaan naar een andere waterval. Bij terugkomst was het tijd om afscheid te nemen van onze gastheer, een bijzonder fijne man, en tijd om te gaan. Het waren echt twee top dagen!
De volgende dag zijn we vertrokken naar Pai, een klein maar erg toeristisch plaatsje ruim 100 km boven Chiang Mai. Ondanks dat het niet zo ver weg ligt, is het toch drie uur rijden. Dit komt doordat de weg er naartoe bestaat uit ruim 750 bochten. Pai staat bekend om de relaxte sfeer die daar hangt en de hippies die daarop af komen. Ons vielen eigenlijk alleen de hippies op. Daardoor vonden we het niet heel bijzonder, maar we hebben met scooters wel de mooie omgeving bekeken. Pai is ook nog wel geschikt om een paar biertjes te doen. Hebben we dus ook gedaan, maar na twee nachten weer verder naar Chang Rai. Dit verliep niet helemaal zoals gepland en we kwamen de eerste dag dan ook niet verder dan Chiang Mai. Na een extra nachtje daar zijn we de volgende dag alsnog richting Chiang Rai vertrokken. Eenmaal aangekomen was de stad vrij dood en er bleek ook niet heel veel te doen te zijn, behalve tempels bekijken. Er was één tempel die veruit het mooist was, misschien wel de mooiste tot nu toe, en dat was de White Tempel. Het idee achter deze tempel is dat je eerst door de hel moet (buiten de tempel) om bij de hemel te komen (in de tempel). Erg mooi! Tot zover ook Chiang Rai en nu zijn we onderweg naar Chiang Khong. Dit plaatsje ligt aan de grens met Laos en vanaf hier willen we morgen dan ook de grens overgaan met de slowboat over de Mekong River. Hoe dat gaat en hoe de eerste dagen in Laos bevallen, zal in de volgende blog weer te lezen zijn.
Groetjes
Op het moment dat we de vorige blog schreven gingen we de volgende dag naar een olifanten sanctuary. Het was in één woord: geweldig!
Het plan was om naar het Elephant Nature Park te gaan. Deze bleek echter vol en zijn we naar het Elphant Jungle Sanctuary gegaan. We werden 8 uur Thaise tijd (8:35) opgehaald door een pick-up taxi waar je in de achterkant met z'n twaalven kan zitten, en als het moet er nog drie buiten op het platform kunnen staan. Iedereen in de taxi ging een overnachting maken. Twee Britse meiden, twee Australische zussen, en hun moeder. Een tof gezelschap wat goed klikte. Het begin van de rit verliep voorspoedig, tot we de bergen in gingen... Helemaal toen we van de bergweg afsloegen en "ten minutes" (40 eerder) over een onverharde weg reden. Ik (Ivo) werd overgehaald om met de gids achterop te gaan staan. Dat bleek een stuk comfortabeler dan binnen. Na die "tien minuten" arriveerden we in een bergdorpje en kregen onze slaapzaal te zien, een hutje op palen, de buitenmuren van bamboe met daarin zeven bedden. Daarna gingen we door de rijstvelden naar de olifanten. Vanaf hier was het uitzicht al prachtig en het werd alleen nog maar beter. Onze spullen zouden later worden gebracht (niet dus...). Aangekomen bij de olifanten hoorden we wat de dag zou worden:
- kennis maken met twee families;
- vrienden maken door ze te voeren;
- lunch;
- met de olifanten zwemmen;
- modderbad (ze zeiden toen nog niet dat het ook een modderbad voor ons was);
- naar een waterval, en 's avonds eten in het dorp.
Het voeren was erg bijzonder en we maakten er inderdaad snel vrienden mee. Eén familie bestond uit 4 volwassen dames en een kleintje. De andere uit 2 volwassen dames en een kleintje van 1 jaar. We stonden midden tussen de olifanten en zodra je eten had kwamen ze naar je toe. Indien ze jouw kant op liepen kon jij maar beter aan de kant gaan. Nadat ook wij lekker hadden geluncht, niet zoveel als de olifanten, gingen we met één familie zwemmen. Nu waren ook de mensen die maar één dag bleven erbij. Doel was om in de rivier de olifanten goed nat te maken. Helaas werden wij net zo nat... En aangezien mijn zwembroek niet was gebracht had ik een lekker natte korte spijkerbroek. Die daarna nog meer te voortduren kreeg. Meteen na het zwemmen gingen we namelijk de modderpoel in. Het was de bedoeling dat wij er ook in moesten. Nadat er een paar dapper erin gingen en/of vielen zat iedereen onder de modder. Bedoeling was om de
olifanten goed onder te smeren. Af en toe spoten de olifanten ons met hun slurf nog viezer dan we al waren. Om weer schoon te worden gingen we weer de rivier in. Dat bleek ook onze douche van die dag.
Toen was het tijd om afscheid te nemen van de dagjesmensen en leerden we onze Thaise gastheer kennen. Hij nam ons mee naar een waterval, een route door de rijstvelden, waar weer gezwommen hebben. 'S avonds hebben we eerst het dorpje leren kennen. Deze lag verspreid op de heuvel. Overal liepen kippen en hanen, stond er her en der een koe en varkens. Ze leefden een paar 100 jaar terug in de tijd. Ze hadden wel allemaal dikke pick ups en sinds 2 hele weken stroom.
Na het bijzonder lekkere diner zijn we samen met een Canadese vrijwilliger en de Australische meiden nog een paar biertjes gaan doen. Wanneer het bier op was kwam het dorpshoofd met nieuw koud bier aan. Top service. Ook kregen we twee flesjes (spa flesje) met lokaal gemaakte rijstwhiskey. Deze ging erin als water. Om 12 uur, wat voelde als 4 uur, gingen we te bed om vanaf half 4 elk half uur wakker te worden van die ellendige klote hanen. Volgens mij deden ze een wedstrijdje wie het hardste kon kraaien.
Om half 8 was iedereen klaar om te ontbijten, beste eieren ooit, en gingen we 's morgens twee olifanten uitlaten en weer eten geven. Een bijzondere ervaring. Na 45 minuten hebben we afscheid genomen van onze nieuwe geslurfde vrienden en zijn we zelf doorgegaan naar een andere waterval. Bij terugkomst was het tijd om afscheid te nemen van onze gastheer, een bijzonder fijne man, en tijd om te gaan. Het waren echt twee top dagen!
De volgende dag zijn we vertrokken naar Pai, een klein maar erg toeristisch plaatsje ruim 100 km boven Chiang Mai. Ondanks dat het niet zo ver weg ligt, is het toch drie uur rijden. Dit komt doordat de weg er naartoe bestaat uit ruim 750 bochten. Pai staat bekend om de relaxte sfeer die daar hangt en de hippies die daarop af komen. Ons vielen eigenlijk alleen de hippies op. Daardoor vonden we het niet heel bijzonder, maar we hebben met scooters wel de mooie omgeving bekeken. Pai is ook nog wel geschikt om een paar biertjes te doen. Hebben we dus ook gedaan, maar na twee nachten weer verder naar Chang Rai. Dit verliep niet helemaal zoals gepland en we kwamen de eerste dag dan ook niet verder dan Chiang Mai. Na een extra nachtje daar zijn we de volgende dag alsnog richting Chiang Rai vertrokken. Eenmaal aangekomen was de stad vrij dood en er bleek ook niet heel veel te doen te zijn, behalve tempels bekijken. Er was één tempel die veruit het mooist was, misschien wel de mooiste tot nu toe, en dat was de White Tempel. Het idee achter deze tempel is dat je eerst door de hel moet (buiten de tempel) om bij de hemel te komen (in de tempel). Erg mooi! Tot zover ook Chiang Rai en nu zijn we onderweg naar Chiang Khong. Dit plaatsje ligt aan de grens met Laos en vanaf hier willen we morgen dan ook de grens overgaan met de slowboat over de Mekong River. Hoe dat gaat en hoe de eerste dagen in Laos bevallen, zal in de volgende blog weer te lezen zijn.
Groetjes
Mooi verhaal weer.